Alkmaar ZEturf Arena kan drafsport redden

474

Alkmaar – De opening van het zomerseizoen in de Alkmaarse ZEturf arena werd een verbluffende ouverture. Met een uitzinnig (vooral nieuw) drafsport publiek leek de eerste meeting op paasmaandag op een van de gloriedagen uit een wel heel ver verleden. 

Meer dan 2.000 supporters (want zo mogen we de enthousiaste menigte die de drafbaan in Alkmaar bezoekt zo langzamerhand echt wel noemen) waren gisteren naar Alkmaar afgereisd om de rappe viervoeters van heel dichtbij over de baan te zien vliegen. Het werd een spektakel van jewelste waarvan de jeugdige sportliefhebbers misschien wel het meest hebben genoten. Waar het publiek elders doorgaans bestaat uit ‘ervaren’ liefhebbers die decennialang de sport een warm hart toe dragen, zetten ze in Alkmaar ook vol in op de jeugd. De unieke ambiance die is gecreëerd werpt dan ook zijn vruchten af, het publiek komt, waardoor het ook aantrekkelijker wordt voor sponsoren om aan te haken, iets dat ook steeds meer gebeurt.

Het is ook de grote motor achter de alsmaar stijgende wedomzetten. Waar men pakweg 5 jaar geleden op Alkmaar genoegen moest nemen met 30 of 40.000 euro, liggen de zaken tegenwoordig heel anders, bevestigt ook Paul Klomp, managing director van kansspel organisatie ZEturf: “We zien in Alkmaar de laatste jaren ontzettend veel enthousiasme voor de drafsport ontstaan. We zijn daar erg blij mee, ook met de manier waarop we samen kunnen werken met de baanorganisatie. Dat geeft ons ook veel energie. Ik was gister zelf op uitnodiging aanwezig en zag de totoloketten bijna overbelast raken door de steeds groter wordende groep van liefhebbers die een gokje wilden wagen.” Uiteindelijk werd er voor 130.000 euro omgezet, een nieuw record voor de Alkmaar ZEturf Arena.

Zulke succesverhalen zijn geen gemeengoed in de drafsport van nu. In Wolvega worstelt men met afnemende publieke belangstelling en Duindigt is al sinds de jaren ’90 het zorgenkind van de SNDR. Het zou dan ook geen gek idee zijn wanneer zij hun oren te luisteren leggen bij de Alkmaarders. Daar weten ze immers van de drafsport in een relatief korte tijd een lokale belevenis te maken, mensen te binden, de jeugd te betrekken, sponsoren vast te leggen en de wedomzet te verhogen. En zij staan nog maar aan het begin, er is nog veel meer mogelijk, op de achtergrond wordt alweer volop gewerkt aan nieuwe plannen.

Zo’n scenario zou, nu de toekomst van Duindigt nog door mist is omgeven, in ieder geval ook mogelijk moeten zijn in Wolvega. Het prachtige wed-infuus dat PMU heet, kan weliswaar het prijzengeld van de helft van de races op een meer dan comfortabel niveau houden, is goed voor de drafsport economie, maar voor het overige moet er nog ontzettend veel gebeuren. Want zonder een nieuw en groter publiek en veel reuring, zullen de sponsoren niet in de rij staan, zal de wedomzet niet gaan stijgen en lijken de races in Wolvega te verworden tot ‘een verplicht nummer’ voor de professionals en liefhebbers. En dat zou verschrikkelijk zonde zijn want ook Friesland kent een rijke paardengeschiedenis. De provincie heeft dringend behoefte aan een florerend Victoriapark waar pikeurs – net als in Alkmaar – opgezweept door een laaiend enthousiaste menigte, juichend over de finish gaan.