SNDR moet baas worden in eigen huis

1116

Van de TROTR redactie:

Nu de draf- en rensport opnieuw tot leven komt is het ongelofelijk belangrijk om de ogen niet te sluiten voor de sportieve realiteit.

Het is in Nederland al enige jaren een groot probleem om tot kwantitatief volwaardige koersmeetings te komen, waarbij vaak alles in het werk gesteld moet worden om voldoende paarden te laten starten. Stad en land wordt afgebeld en de trainers worden gesmeekt of ze niet alsjeblieft hun paarden in willen schrijven.

Het probleem is dat iedere trainer de uitschrijvingen allang kent, dus als hij of zij had willen starten in een bepaalde koers, dan zou daar simpelweg wel voor gekozen zijn. We vragen dus eigenlijk of een trainer bereid is een paard in te schrijven als koersopvulling zodat deze door kan gaan. De belangrijkste vraag is echter wat de eigenaar van zo’n paard daar dan aan heeft. Die laatste betaalt gewoon inschrijfgeld en leest de gemaakte kilometers terug op de factuur.

Wolvega en Duindigt

Op Wolvega zijn in de maand juni 35 koersen verreden met (gemiddeld) relatief kleine veldjes van acht paarden. Hier zou je kunnen zeggen dat je dan met zeven prijzen een kansje hebt om iets terug te verdienen, waardoor het hengelen naar koersopvulling uit financieel oogpunt nog wel te verdedigen valt, maar dan is de vraag wat het doet met de moraal van ‘gewone’ paarden als ze één of meerdere keren op grote afstand zesde of zevende worden en eindigen in het peloton der naamlozen. Hoelang blijft zo’n paard beschikbaar voor het koerswezen?

Het bovenstaande zou één van de redenen kunnen zijn waarom het Duindigt momenteel wat minder moeite kost om inschrijvingen te genereren, ook al koersen ze daar maar voor 500 euro aan de winnaar en is het, hoe je het ook wendt of keert, gewoon een A-baan. Zo kom je toch weer uit bij het drafsport-woord van 2021: PERSPECTIEF. Dat lijkt er voor bijna alle overgebleven eigenaren steeds minder te zijn. In financieel opzicht ook niet. Je ‘gewone’ paard moet op Duindigt 20 koersen winnen om uit de kosten te komen en dan is de dierenarts nog niet geweest. 1: Dat lukt een ‘gewoon’ paard niet en 2: er zijn überhaupt geen 20 startmogelijkheden. Hoewel dat een bittere pil is voor alle bestaande en hoopvolle eigenaren die hun hart  hebben verknocht aan de prachtige sport, op nieuwe interesse hoef je op deze manier niet te rekenen. Die rekensom is niet zo moeilijk: geen sportief perspectief, geen financieel perspectief en al helemaal niet voor de ‘kleine portemonnee’.

Breedtesport

Die realiteit is aan de ene kant een pijnlijke. Aan de andere kant is het probleem helder en dienen oplossingen zich doorgaans aan wanneer de problemen in kaart zijn gebracht. Met het sluiten van Groningen, de jaarcontracten van ‘Frankrijk’ en de tijd die Duindigt nodig heeft om opnieuw te herrijzen, breken er onzekere tijden aan. Het momentum voor de SNDR om de regie over te nemen, een sterke visie uit te dragen en baas te worden in eigen huis. Dat kan zij ook doen nu er een stevige Raad van Toezicht is geïnstalleerd, een nieuwe ‘sportief directeur’ is aangesteld en er – door de inspanningen van SNDR en ZEturf – financiële compensatie lijkt te komen om de van overheidswege opgelegde extra financiële lasten het hoofd te kunnen bieden.

Want bij gelijkblijvende omstandigheden zal de draf- en rensport verder moeten inleveren. En dat kan niet de ambitie zijn. Juist omdat de sport nog altijd mag rekenen op een grote groep liefhebbers die, ondanks dat hen nul komma nul perspectief geboden wordt, de hobby voortzet. Deze groep geweldenaren kan niet wachten totdat het moment aanbreekt en er spijkers met koppen worden geslagen.

Het is deze groep die een gedegen breedtesportplan verdient en van daaruit kan de weg omhoog worden ingezet, kan onze sport in de toekomst bestaan zonder smeekbedes om ‘koersvulling’ en hoeven de eigenaren van mindere paarden niet langer de rekening te betalen voor de elite.

Plan van aanpak

Die opgave lijkt niet al te ingewikkeld. De infrastructuur is er. Er zijn tal van ideeën aangedragen, er is een degelijk plan van aanpak voorgesteld, veel trainers staan erachter en hebben volledige medewerking toegezegd, er zijn samenwerkingsverbanden gesloten en de verbinding is gemaakt met opleiding- en kennisinstellingen. Zo hebben studenten van Hogeschool InHolland een publieksplan voorgelegd, hebben studenten van Hogeschool Windesheim een plan van aanpak geschreven dat bijdraagt aan het (internationaal) ‘vermarkten’ van de Nederlandse sport, ingegeven door innovatieve visuele vernieuwing en dienen nieuwe sponsoren zich aan.

In de afgelopen maanden hebben we geprobeerd, samen met ZEturf, met alle belanghebbenden in gesprek te gaan. Met een herkenbaar en vast seizoensprogramma (25 meetings, 150 races die 100% zeker door zullen gaan) voor de mindere goden op Alkmaar en bijvoorbeeld Emmeloord en Aduard, aangevuld met andere publiekstrekkende activiteiten, kan er een behoorlijke stap voorwaarts worden gezet. Het biedt mogelijkheden voor Nederlandse trainers om het klantenbestand te vergroten, voorkomt een exodus naar banen in Duitsland, kan veelvuldig onder de aandacht worden gebracht bij een breed publiek en, last but not least, biedt mogelijkheden voor structurele wedinkomsten uit het buitenland.

Maar de SNDR zwijgt vooralsnog. Zij schijnt bezig te zijn met het ontwikkelen van een toekomstvisie en is aan het inventariseren zo heeft men laten weten. Maar 2022 komt steeds dichterbij. Zonder een nieuw publiek, een herkenbare zichtbare sport, nieuwe sponsordeals en een betere wedomzet, gaat het licht uiteindelijk uit. En daarmee doe je alle liefhebbers, enthousiaste eigenaren, trainers, rijders en sponsoren ernstig tekort.